Cello

De cello is de grote broer van de viool die je tussen je knieën klemt, maar die  gelukkig ook nog met een pin op de grond steunt. Je zit op een stoel om dit instrument te bespelen. De cello heeft 4 snaren. Je kunt er op strijken met een strijkstok en erop tokkelen zoals een gitaar (pizzicato heet dat). De haren van de strijkstok zijn gemaakt van de manen van een paard.

Er bestaan kleinere en grotere cello’s. Als kind begin je meestal met een halve cello. Dat is natuurlijk geen doorgezaagde cello! Hij is de helft zo groot. Als je iets ouder bent, is er weer een grotere, een 3/4. Rond je 14 jaar ben je groot genoeg om op een 4/4 cello te spelen.

Wat kan ik zoal doen met mijn cello?
Als je strijkt over de snaren krijg je een prachtig warm geluid. Je kunt van héél laag naar héél hoog. Dat maakt van de cello een instrument met veel mogelijkheden. Je kunt heel mooi begeleiden, je kunt een swingende bas zijn en ook nog een
virtuoze solist. Luister maar eens naar “The Swan” van C. Saint- Saën of de gekke Melo M. Je kan in een strijkersensemble of een symfonisch orkest meespelen.

Huren of kopen?
Als je met cello begint, hoef je niet meteen een instrument te kopen. Je kan er één huren in onze academie zolang je een “groei-instrument” nodig hebt. Zodra je op een volwaardige cello kan spelen, moet je pas zelf eentje aankopen. De prijs voor een nieuwe, degelijke cello is ongeveer €1500.
Volwassenen kunnen wel een 4/4 cello huren.

Leerkracht cello:
Anne Van Os
anne.van.os@klimopherenthout.be 

A tot Z

Naar top